Leven in Heumensoord: 3000 mensen in één noodopvang

Gepubliceerd op 29 december 2015 om 13:03

3000 mensen in één noodopvang, het tentenkamp Heumensoord. Het is het grootste kamp van Nederland.

In allerijl opgebouwd in de bossen, onder de rook van Nijmegen. Er was dit najaar haast bij de opbouw van het kamp, omdat er wekelijks 3000 tot 4000 asielzoekers naar Nederland kwamen. Maar hoe is het om daar te leven?

Voor het eerst sinds het opengaan van het kamp, begin oktober, kon de NOS een hele dag vrij opnames maken in het kamp, dat omgeven is door hoge hekken. Een lange, rechte weg leidt ons naar het tentenkamp. We worden er met een busje naartoe gebracht, want parkeerplekken zijn er niet.

Je kunt er niet zomaar in- en uitlopen. Dat geldt voor journalisten en andere buitenstaanders, maar ook voor vrijwilligers en medewerkers van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Eigenlijk voor iedereen.

Beveiligers in blauw met gele hesjes houden alles nauwlettend in de gaten. We spreken er tientallen vluchtelingen, vrijwilligers en medewerkers van het COA. Zij geven een goed inkijkje in het dagelijks leven van het kamp.

Ziekten

De bewoners zijn vriendelijk, altijd bereid tot een praatje. We zijn welkom om te zien waar ze eten, slapen en verblijven. Een oudere Syrische vrouw toont ons haar slaapvertrek. Ze slaapt er met vijf mannen, een vrouw en een kind. Het is begin van de middag, maar drie mannen liggen nog in bed. Ziek, zegt ze in het Arabisch.

Doordat mensen dicht op elkaar leven, is er grote angst voor griep en andere besmettelijke ziekten. "Dat zie je ook wel bij ouders met kinderen in de kinderopvang, daar heersen ook meer ziekten", zegt een medewerkster van het COA. "Voor ernstiger zaken dan een griepje kunnen mensen terecht bij de GCA, de medische dienst op COA-locaties. Binnen tien minuten heb je er iemand aan de telefoon die je eigen taal spreekt."

Verveling en onzekerheid

Spannend is het voor de meeste bewoners niet in Heumensoord. Verveling overheerst. Mensen liggen in bed, hangen wat, kijken op hun telefoon of laden deze op in de eetzaal of recreatieruimtes. Die ruimtes zijn sober ingericht. Het zijn vooral grote lege ruimten met hier en daar een paar fauteuils.

"We hebben nauwelijks informatie over de procedure die we moeten doorlopen", verzucht Hassan Fatom. "Het enige wat we doen is zitten en wachten." De 19-jarige Syriër zit al een paar maanden in het kamp. Hij is dankbaar dat hij een dak boven zijn hoofd heeft en voldoende te eten. Maar de onzekerheid valt hem heel zwaar.

Paars, groen en wit

Elke dag is het hetzelfde. Driemaal daags wordt er in de drie eetzalen van de verschillende kampen eten verstrekt. Mensen staan in lange rijen te wachten. "Er zijn drie kampen in één groter kamp. Het paarse, groene en witte kamp", legt een woordvoerder van het COA uit.

"Het is hier nu echt vol. Wij zorgen voor opvang. Dat is wat het ministerie ons opdraagt en dat doen we als uitvoerende instantie zo goed mogelijk. Als het gaat om procedures en lange wachttijden dan moeten mensen bij de IND zijn."

Sommige asielzoekers dragen blauwe hesjes. Zij zijn vrijwillig bezig het kamp schoon te houden. Eet- en recreatiezalen worden gedweild. Dat geldt ook voor de wasruimten, de wc's en douches.

Een kleinere groep is bezig om al wat Nederlands te leren, onder wie de 20-jarige documentairemaakster Razan uit Syrië. Ze gaat regelmatig naar de Radboud Universiteit in Nijmegen om daar wat Nederlands op te pikken.

De vluchtelingen zijn over het algemeen dik aangekleed, hoewel het in de vele tenten relatief warm is. Kleding kunnen ze hier halen in de Welkom Winkel bij de ingang van het kamp. Vele vrijwilligers helpen ze bij het zoeken naar de juiste maat en het passen.

Kindertekeningen

Voor kinderen is er meer te doen dan voor de volwassenen. Vrijwilligers doen hun uiterste best om een paar dagdelen per week met de vluchtelingenkinderen te knutselen. "Eerst tekenden ze bootjes en water", vertelt een vrijwilliger die een maand actief is in het kamp. "Soms eindeloos donkere landschappen. Maar nu gaan de tekeningen over de toekomst. Een huis waarin ze met hun familie willen wonen."

Een collega benadrukt dat het erg belangrijk voor kinderen is om te spelen. Hij coacht in het dagelijks leven kinderen en jongeren. Eigenlijk wilde hij vandaag sportactiviteiten organiseren in het kamp. "Het is misschien maar goed dat dat er niet van gekomen is", zegt hij terwijl hij naar het druilerige weer buiten kijkt.

Babette olde Hanhof /Redacteur Asiel © NOS

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.