'Inburgeringscursus' stuit op veel kritiek

VluchtelingenWerk Nederland stelde een beknopte versie van het inburgeringsexamen samen. In het proefexemplaar kwamen er vragen aan bod zoalsWelke kolonie van Nederland werd onafhankelijk vlak na de Tweede Wereldoorlog? enWas de koning van Spanje ten tijde van Willem van Oranje protestant of katholiek? Ook bogen de deelnemers zich over de vraag waar de koning van Nederland woont en waar het geld van de Belastingdienst naartoe gaat.

ANTWOORDEN

Uit de proefversie blijkt dat ruim 64 procent van de deelnemers zakte. De vragen zouden niet aansluiten op de huidige tijdsgeest en niet goed passen in een inburgeringsexamen waar vreemdelingen kennis horen te verwerven over de Nederlandse samenleving. „Wat wij met de test willen aantonen, is dat de sommige vragen kwalitatief niet goed zijn”, aldus een woordvoerder van VluchtelingenWerk Nederland. „Vragen zijn op diverse manieren te interpreteren en er zijn verschillende antwoorden mogelijk.”

„Onbelangrijke vragen”, schrijft Mathilda van Oostende op de Facebookpagina vanMetro. „Om in te burgeren, is er wel wat anders nodig dan te weten waar de koning woont.”

„Dit zijn vragen die een groot deel van de autochtone Nederlanders niet eens kan beantwoorden”, vindt Nilgün Öztürk-Pehlivan. Dat is Jeanette Poetser met haar eens. „Als ik een Nederlandse collega deze vragen zou stellen, dan zou de uitslag betreurenswaardig zijn. Een aantal weet niet eens wie Willem van Oranje was.”

KLACHTEN

Sinds 1 januari 2013 bestaat het inburgeringsexamen uit de onderdelen Leesvaardigheid, Luistervaardigheid, Spreekvaardigheid, Schrijfvaardigheid en Kennis van de Nederlandse Samenleving. Als iemand zijn of haar verblijfsvergunning na 1 januari 2015 heeft ontvangen, moet diegene ook het examenonderdeel Oriëntatie op de Nederlandse Arbeidsmarkt doen.

Volgens Han Entzinger, hoogleraar integratie en migratiestudies aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam, zitten er veel vragen tussen waar hij zijn wenkbrauwen bij fronst. „Inburgering hoort te toetsen over onder meer elementaire wetkennis en geografische en historische feiten, in plaats van normatieve vragen zoals hoe te handelen als je moeder vergeetachtig wordt”, meent Enntzinger. „In elk examen zitten er passages waar over te discussiëren valt, maar met betrekking tot het inburgeringsexamen hoor ik vaker soortgelijke klachten.”

EXAMEN

Uit cijfers van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) blijkt dat er in 2014 15.684 inburgeringsplichtigen deelnamen aan het officiële inburgeringsexamen. Hiervan slaagden uiteindelijk 10.774 participanten.

Voor asielzoekers is het overigens niet toegestaan om in te burgeren, aangezien ze zich nog in de asielprocedure bevinden. Pas na het verkrijgen van een verblijfsvergunning zijn ze verplicht om het examen af te leggen.   

Els Anker/Bron: Metronieuws.nl/ © Foto: ANP / Roos Koole