De Nederlandse rechtspraak blijkt voor haar financiering nog steeds afhankelijk te zijn van de politieke keuzes van het kabinet over de begrotingsuitgaven.
Dat stelt de Raad voor de rechtspraak. De raad reageert hiermee op een rapport van de Algemene Rekenkamer over de bekostiging van de rechtspraak.
Sinds 2002 wordt de rechtspraak per afgehandelde rechtszaak gefinancierd. Met deze prestatiebeloning zou de rechtspraak minder afhankelijk zijn van de politiek. Uit het rapport van de Rekenkamer blijkt dat dit maar ten dele is gelukt.
De minister van Veiligheid en Justitie vaart sinds 2010 een andere koers. Mede door krappe budgetten financiert de minister vooraf minder dan het aantal verwachte zaken. Worden dat er meer, dan volgt achteraf financiering, maar niet volledig.
Door dit beleid moeten de gerechten hun reserves aanspreken, concludeert de Rekenkamer en is de hoogte van het budget weer mede afhankelijk van de beschikbare middelen van de minister.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, vindt de huidige situatie onwenselijk. ,,Burgers en bedrijven moeten er op kunnen rekenen dat zij altijd bij de rechter terechtkunnen en dat de rechtspraak voldoende middelen heeft om elke rechtszaak goed en zorgvuldig te kunnen behandelen", zegt Bakker.
Volgens hem is de rechtspraak geen willekeurige overheidsdienst. Bakker: ,,Rechters zijn onafhankelijk, ze zorgen ervoor dat conflicten in de samenleving worden beslecht. De vraag wat daarvoor financieel nodig is, moet niet worden beantwoord door de uitvoerende macht. Die is vaak zelf partij bij rechtszaken."
http://www.telegraaf.nl/ Door: redactie Telegraaf Foto: ANP
Reactie plaatsen
Reacties