Minister Dijsselbloem (Financiën) heeft de Kamer niet goed geïnformeerd over de rol die medewerkers van de Rabobank hebben gespeeld bij de Libor-fraude. Dat blijkt uit onderzoek van RTL Z.
Dijsselbloem verdedigde in de Kamer dat zestien werknemers van de Rabobank niet werden vervolgd voor het manipuleren van belangrijke internationale rentetarieven, omdat 'die mensen zich niet zelf schuldig (hebben) gemaakt aan fraude'. De groep kon dan ook in dienst blijven van de bank; disciplinaire maatregelen volstonden.
Maar uit onderzoek van RTL Z blijkt nu dat tegen negen van de zestien wel degelijk bewijs was dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan manipulatiepogingen van Libor-rentes. Het Openbaar Ministerie besloot echter om de negen niet te vervolgen, omdat het bewijs 'beperkt' was, of omdat er geen 'persoonlijk oogmerk van voordeel' was.
Niet vervolgd
Rabobank trof in oktober 2013 schikkingen met binnen- en buitenlandse toezichthouders en autoriteiten. Medewerkers van de bank hadden zich schuldig gemaakt aan pogingen internationale rentetarieven te manipuleren. Door de rentetarieven omhoog of omlaag te bewegen, zou de bank geld hebben verdiend aan ingewikkelde financiële producten als derivaten. Rabobank kocht strafrechtelijke vervolging af voor in totaal 774 miljoen euro.
Kamerleden bleken in november 2013 kritisch over het feit dat de schikking met het Nederlandse Openbaar Ministerie betekende dat zestien werknemers van de bank niet werden vervolgd. Dijsselbloem had immers hard over de fraude geoordeeld en een lans gebroken voor vervolging in zijn wekelijkse gesprek met RTL Z.
n een algemeen overleg van 13 november 2013 verdedigde Dijsselbloem het feit dat de zestien niet werden vervolgd, na stevige kritiek van D66, PVV en SP. "We hebben het niet over de echte fraudeurs", zei Dijsselbloem; "dit zijn mensen die met het oog op hun verantwoordelijkheid intern toezicht hadden moeten houden."
Wel bewijs van fraude
Maar uit onderzoek van RTL Z blijkt nu dat het toch anders zit. Tegen negen van de zestien medewerkers had het Openbaar Ministerie wel degelijk bewijs dat zij gefraudeerd hadden. Het ging daarbij om één leidinggevende, vijf traders (handelaren) en drie submitters (de mensen die de rentestanden doorgaven).
Van de leidinggevende en handelaren trof het Openbaar Ministerie 'één of enkele communicaties' aan 'met een manipulatieve strekking'. Maar het Openbaar Ministerie oordeelde dat 'hoewel niet brandschoon dit niet de personen zijn waarop een strafrechtelijke vervolging zich zou moeten richten'.
Oogmerk van voordeel
Van de submitters vond het Openbaar Ministerie tien tot ruim 30 'communicaties (aan) die duiden op manipulatieve verzoeken van traders' die door de submitters werden gehonoreerd. Maar het Openbaar Ministerie vond dat niet de indieners van de rentestanden vervolgd hoefden te worden, maar juist de handelaren die vroegen om de rentestanden te manipuleren.
De handelaren 'namen het initiatief, handelden met het oogmerk van voordeel voor de bank en indirect van zichzelf'. De uitvoerders van het verzoek van de handelaren hadden 'geen persoonlijk oogmerk van voordeel en voerden vooral de wensen uit van de traders', de handelaren dus.
SP heeft een debat aangevraagd over hoe de Kamer is geïnformeerd over de Liborfraude, meldt een woordvoerder van de partij.
rtlnieuws.nl/© ANP
Reactie plaatsen
Reacties