AIVD deelde niet alle info rond moordenaar Van Gogh

Gepubliceerd op 3 december 2015 om 15:54

Bij geheime dienst AIVD is tussen 2004 en 2011 informatie binnengekomen over mogelijke handlangers van Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh. Die informatie werd in tien gevallen niet doorgegeven aan het Openbaar Ministerie. Dat blijkt uit een donderdag gepubliceerd rapport van de toezichthouder op de inlichtingendiensten CTIVD.

media_xll_3446088-1.jpgUit dit onderzoek blijkt dat de informatie gaat over vier mensen die (in meer of mindere mate) op de hoogte waren van, of betrokken zouden zijn geweest bij de (voorbereiding van de) moord op Van Gogh. Daarnaast zou in één geval een groepje niet nader genoemde personen op de hoogte zijn geweest van de moord.

Uit het CTIVD-rapport blijkt dat de informatie die de AIVD over mogelijke handlangers had, niet bestond uit concrete aanwijzingen, dus dat er geen hard bewijs is dat die er zijn geweest. Het ging over informatie die bronnen van anderen gehoord hadden.

Onjuist
De CTIVD stelt dat de AIVD wettelijk niet verplicht is informatie te geven aan het OM. Maar de ruimte om het na te laten bij ernstige delicten zoals de moord op Van Gogh is volgens de toezichthouder wel erg klein. Volgens de CTIVD was de informatie bij de AIVD niet evident onbetrouwbaar of evident onjuist.

De toezichthouder beveelt aan dat de AIVD in de toekomst wel gewoon overleg heeft met het OM, voordat de dienst beslist om al dan niet de informatie aan het OM te geven. Zo kan het OM alvast inschatten of de betreffende informatie van belang is. Minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) neemt deze aanbeveling over.

Het onderzoek is gedaan in opdracht van Plasterk. Het heeft zich gericht op de periode na de moord, omdat er waren twijfels over het onderzoek. ,,Ik wil helderheid op alle fronten", aldus de bewindsman destijds.

Mohammed B. kreeg levenslang voor de moord op de regisseur.

ad.nl/ © anp

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.