In de stroom vluchtelingen uit Syrië zijn ook zeker twintig verdachten van oorlogsmisdaden naar Nederland gekomen. Hoewel ze vuile handen maakten in de burgeroorlog in eigen land, kunnen zij niet worden uitgezet.
Dat schrijft staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Asiel, VVD) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. Een speciale groep binnen de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) deed vorig jaar 170 onderzoeken wegens vermoedens van oorlogsmisdaden, waarvan 60 naar verdachte Syriërs. Uiteindelijk leverde dat de afgelopen 2 jaar tegen twintig personen genoeg bewijs op om vast te stellen dat ze oorlogsmisdadigers zijn.
Het ministerie van Veiligheid en Justitie wil niet zeggen tot welke groep of bij welk leger de verdachten hoorden. Zo kan het gaan om soldaten van het leger van Assad, maar ook om leden van het Vrije Syrische leger. Dat het om IS-strijders gaat, is minder waarschijnlijk. Dijkhoff meldde tot dusver dat er één persoon is aangehouden omdat hij tot die terreurgroep zou hebben behoord.
Of de twintig verdachten executies pleegden, martelden of bijvoorbeeld voor Al-Assads geheime dienst werkten, wil Dijkhoff ook niet zeggen met het oog op privacy.
Uitzetten
Dijkhoff kan de 'foute' Syriërs ondanks hun misdaden niet uitzetten. Internationale verdragen houden dit tegen. Vastzetten kan ook niet, tenzij er voor justitie voldoende bewijzen zijn om hen te vervolgen. Dit blijkt in de praktijk dikwijls onmogelijk, al was het maar door de voortdurende oorlog in Syrië.
Voor de verdachte Syriërs rest een leven in de illegaliteit. Nederland verleent hun geen basisrechten, in de hoop dat ze alsnog het land verlaten.
Machteloos
Nederland staat machteloos tegenover de twintig vermoedelijke oorlogsmisdadigers uit Syrië die in de vluchtelingenstroom zijn meegekomen. Uitzetten is voor Dijkhoff geen optie.
Voor de toch al zwaarbelaste bewindsman is het een volgend slepend hoofdpijndossier. Dijkhoff schrijft vandaag aan de Tweede Kamer dat vorig jaar dertig asielzoekers de zogenoemde 1F-status hebben gekregen, op verdenking van gepleegde oorlogsmisdaden in hun thuisland. Het gaat om personen uit Eritrea, Nigeria, Soedan, Georgië, maar in de meeste gevallen om Syriërs.
Bron: http://www.ad.nl/ Door: Tobias den Hartog Foto: ANP
Reactie plaatsen
Reacties