Het is hoog tijd voor een bijstand die weer bijstaat

Gepubliceerd op 20 april 2016 om 10:38

De plichten van de bijstandsontvangers hebben we nu wel op orde. Het is hoog tijd om hun rechten eens te versterken, betogen Wouter Beekers en Jochem Westert.

Het debat over de bijstand is er een van uitersten. Rechts gelooft dat de mensheid enkel met de harde hand in beweging is te brengen. Links geeft graag vertrouwen met een onvoorwaardelijk basisinkomen.

Beide kampen slaan door. Want het is goed dat uitkeringen gepaard gaan met plichten. Maar het is hoog tijd om daar meer rechten tegenover te zetten. De bijstand is ons laatste vangnet. Mensen die daar belanden, verdienen bescherming en steun om weer een plaats te vinden in de samenleving. Dat vraagt om een evenwicht tussen rechten en plichten.

Wanneer we mensen alleen maar beschermen, wordt de bijstand een hangmat. We hebben dat in het verleden gezien. Na de invoering van de bijstand functioneerde het praktisch als basisinkomen. In 1993 kwam een onderzoekscommissie onder leiding van PvdA-econoom Arie van der Zwan met een pijnlijk evaluatie. Die repte over georganiseerde oplichting, calculerend gedrag en het ontlopen van werk. De pleidooien voor een basisinkomen getuigen dus van weinig historisch besef.

Andere uiterste
Maar sinds de jaren negentig zijn we sluipenderwijs in het andere uiterste beland, dat van streng-strenger-strengst. Onze oma's worden voor fraude beboet omdat ze geen administratie hebben bijgehouden van oppasuurtjes op de kleinkinderen: een 'op geld waardeerbaar' werk. De voormalig schooljuf moet papierprikken naast het schoolplein van haar oud-leerlingen. Dit soort verhalen komen helaas met enige regelmaat naar boven.

Het vangnet wordt soms zo strak gespannen dat mensen de samenleving in worden gekatapulteerd en hard naast het vangnet neerkomen. We hebben de plichten in de bijstand dus wel op orde. Maar het is hoog tijd om de rechten van bijstandsontvangers te versterken.

In de eerste plaats hebben bijstandsontvangers recht op wat meer maatwerk. En niet alleen op papier. Want waar het decentralisatiebeleid rept van vrijheid, zijn gemeentes nu verplicht om bij vermeend misbruik of het schenden van de inlichtingenplicht strenge sancties op te leggen. Echt maatwerk maakt het mogelijk om onderscheid te maken tussen 'niet-willers' en 'niet-kunners'.

In de tweede plaats hebben bijstandsontvangers recht op positieve prikkels. Uit een groot onderzoek bleek recent dat sociale diensten mensen die langer dan zes maanden in de bijstand zitten nauwelijks meer zien, soms jarenlang niet. Laten we ophouden met een fictieve papieren controle óver mensen en zoeken naar controle mét mensen.

Waarborgen van rechten
In de derde plaats is het hoog tijd voor het juridisch waarborgen van de rechten van bijstandsontvangers. Ook in andere landen kent men plichten en tegenprestaties. Maar daar zien we ook waarborgen in het recht, om te zorgen dat die plichten mensen vooruit zullen helpen.

Bijvoorbeeld dat de werkzaamheden aantoonbaar bijdragen aan de ontwikkeling van mensen, dat de arbeidsomstandigheden goed zijn en dat de werkzaamheden niet vernederen. Maar niet in Nederland. Het doorgaans braafste jongetje van de klas is hier opeens erg stout.

Het wordt hoog tijd dat we ophouden in uitersten te spreken over de bijstand. Van alleen maar vertrouwen of alleen maar wantrouwen worden mensen niets wijzer. Het is hoog tijd voor een bijstand die weer bijstaat. Om met Marga Klompé, de geestelijk moeder van de bijstand, te spreken: zodat bijstandsgerechtigden weer 'met opgeheven hoofd' de samenleving in kunnen gaan.

Wouter Beekers, directeur Wetenschappelijk Instituut ChristenUnie
Jochem Westert, jurist en auteur van het vandaag te verschijnen rapport 'Met opgeheven hoofd'.

http://www.trouw.nl/  Door: Wouter Beekers en Jochem Westert Foto: ANP

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.