Gemeenten moeten alle peuters, ook die van niet-werkende ouders, minstens twee dagdelen per week kinderopvang bieden. Ze krijgen zes jaar de tijd om dat te regelen.
Dat heeft minister Asscher van Sociale Zaken afgesproken met de gemeenten. Morgen licht Asscher de afspraken toe op een persconferentie op een kinderopvang in Diemen.
Vanaf 1 juni
Het kabinet besloot eerder al dat elk kind vanaf tweeënhalf jaar naar de kinderopvang moet kunnen, of de ouders werken of niet. Gemeenten maken daar vanaf 1 juni een begin mee. Ze krijgen tot 2021 de tijd om het voor iedereen te regelen. In sommige plaatsen is tijd nodig om opvangplaatsen te creëren.
Er zijn zo’n 40.000 kinderen die nu niet naar de kinderopvang gaan omdat niet beide ouders werken. Gemeenten krijgen geld om ook die ouders kinderopvang aan te bieden. Asscher heeft met gemeenten afgesproken dat ze mensen actief gaan informeren over de mogelijkheid kinderen naar de opvang te brengen. Soms kiezen ouders er bewust voor hun kinderen thuis te houden. Maar vaak speelt ook onwetendheid of een verkeerd beeld van de kinderopvang een rol.
'Opbouwperiode veel te lang'
De opbouwperiode van zes jaar die gemeenten krijgen, is veel te lang, vindt belangenvereniging BOinK voor ouders in de kinderopvang. "Dat zijn drie lichtingen peuters", zegt voorzitter Gjalt Jellesma. SP-kamerlid Tjitske Siderius snapt ook niet waarom het zo lang moet duren. "Er is overcapaciteit in de kinderopvang, dus in principe kunnen die plekken er gewoon zijn." Maar het is niet realistisch te denken dat het veel sneller kan, zeggen betrokkenen. Dat nu harde afspraken zijn gemaakt met gemeenten over de peuteropvang noemen ze een doorbraak.
D66-Kamerlid Steven van Weyenberg noemt het een stap in de goede richting. "Maar om echt te investeren in kinderen is meer nodig." D66 pleit er voor om het plan van de Sociaal-Economische Raad zo snel mogelijk in de praktijk te brengen. De SER adviseert alle kinderen vanaf twee jaar de mogelijkheid te geven vier dagdelen per week naar de kinderopvang te gaan.
De PvdA is blij met het besluit en noemt het een 'langgekoesterde wens'. "Het onderscheid tussen werkende en niet-werkende ouders verdwijnt namelijk. Het kind komt door de afspraken met gemeenten centraal te staan. Zo zorgen we ervoor dat elk kind gelijke kansen krijgt op een goede start in het onderwijs", zegt Kamerlid Keklik Yücel.
Peuterspeelzaal verdwijnt
Peuterspeelzalen moeten aan dezelfde kwaliteitseisen gaan voldoen als de kinderopvang, kondigde minister Asscher eerder al aan. Op een aantal plaatsen is dat intussen gebeurd, maar lang niet alle gemeenten zijn al zover. Asscher geeft gemeenten tot 2018 de tijd: dan moeten alle peuterspeelzalen zijn omgevormd tot kinderopvang.
Reactie plaatsen
Reacties