Politieagenten worden voortaan niet meer automatisch bestempeld als verdachte als ze geweld hebben gebruikt. Een feitenonderzoek, dat uitgaat van rechtmatig optreden, komt daarvoor in de plaats. Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) heeft dinsdag een wetsvoorstel daarvoor naar onder meer de Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie gestuurd.
Als een politieagent nu wordt vervolgd omdat hij de regels van zijn zogenoemde geweldsinstructie heeft overtreden, wordt hij of zij op dezelfde manier gestraft als iemand die niet bevoegd is om geweld te gebruiken zoals bijvoorbeeld een crimineel. Maar volgens Van der Steur is de situatie van de politieagent anders, omdat hij of zij heeft gehandeld vanuit zijn taak en bevoegdheden.
Op gebruik van geweld door een politieagent komt, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, een maximum gevangenisstraf van drie jaar te staan. Die straf wordt echter alleen gegeven als sprake is van een overtreding met dodelijke afloop. Een woordvoerder van het ministerie benadrukt dat het Openbaar Ministerie (OM) een agent in specifieke gevallen altijd volgens het gewone strafrecht kan vervolgen.
Kwetsbaar
De wijziging is in gang gezet na eerdere knelpunten in procedures rondom het politieonderzoek en gebruik van geweld door politieagenten. Uitgangspunt is om recht te doen aan en meer rekening te houden met de speciale - en vaak kwetsbare - positie van de politieagent, aldus Van der Steur die benadrukt dat hij agenten niet buiten het bestaande strafrecht wil houden.
Het wetsvoorstel garandeert ook dat goed en gedegen onderzoek wordt gedaan naar de toedracht van het gebruik van geweld en naar de vraag of volgens de regels is gehandeld. De minister, zo benadrukt hij, wil de opsporingsambtenaar niet buiten het strafrecht houden. Wél vindt hij dat de huidige wetgeving onvoldoende is toegespitst op situaties waarin de politieagent handelt vanuit zijn taak.
Door: Redactie AD/Tom Tates/ Foto: ANP
Reactie plaatsen
Reacties