Kabinet: 40 miljard steken in nieuw pensioenstelsel

Gepubliceerd op 8 juli 2016 om 14:47

Het kabinet wil de staatsschuld vanaf 2020 met 40 miljard euro laten oplopen, om de overgang naar een nieuw pensioenstelsel te verzachten. De rest van de rekening moeten werknemers en werkgevers ophoesten.

Staatssecretaris Jetta Klijnsma voerde deze kabinetsperiode een 'pensioendialoog', stuurde een 'hoofdlijnenbrief' naar de Tweede Kamer en is vrijdag met een 'perspectiefnota' gekomen. Lang verhaal kort: een volgend kabinet mag de moeilijke beslissingen nemen over een nieuw pensioenstelsel, dat al in 2020 van start moet gaan. 

Iedereen in de polder en de Kamer is het er wel zo'n beetje over eens dat het huidige stelsel op de schop moet. De zogeheten doorsneesystematiek uit de jaren '50 zorgt ervoor dat jongeren (45-minners in dit geval) relatief te veel premie betalen voor het pensioen dat daar tegenover staat en ouderen te weinig. Dat leidt tot pensioengaten voor werknemers die voor zichzelf beginnen of lang met een tijdelijk contract werken. 

Een ander nadeel van het huidige systeem is dat de gewekte verwachtingen voor veel gepensioneerden niet worden waargemaakt. Bovendien zijn oudere werknemers vanwege een hogere pensioenpremie duurder voor hun baas. Als je een leeftijdsonafhankelijke premie invoert, worden ouderen aantrekkelijker voor werkgevers.

100 miljard aan kosten
Maar het huidige pensioenstelsel afschaffen kost volgens het Centraal Planbureau (CPB) zo'n 100 miljard. Daarvan kunnen volgende kabinetten 40 miljard voor hun rekening nemen door een fiscale regeling. Dat zorgt voor een groter begrotingstekort, maar vloeit via de belasting uiteindelijk weer terug in de staatskas.

De resterende 60 miljard zullen werknemers en werkgevers moeten ophoesten door ofwel een lagere pensioenuitkering of hogere pensioenpremies gedurende 25 jaar. 45-plussers hebben de meeste pech als er een nieuw systeem komt: zij hebben de afgelopen jaren al veel pensioenpremie betaald, maar profiteren daar niet zo veel van als de huidige gepensioneerden. Maar als je 45-plussers wilt ontzien, moet dat weer betaald worden door jongere werknemers, geboren rond 1980 tot 1990.

Deze pijn kan volgens de berekeningen het eerlijkst verdeeld worden over de generaties als je de overgang spreidt over 25 jaar. Maar het kabinet wil het liefst sneller overstappen op het nieuwe stelsel, omdat het voorziet dat mensen zullen gaan klagen over de hogere premies. Nu mopperen werkenden ook dat ze nog moeten betalen voor mensen die met de inmiddels afgeschafte Vut-regeling zijn gegaan. 

Ambitiecontract
Een andere moeilijke keuze waar het volgende kabinet voor staat, gaat over nieuwe contracten die pensioenfondsen kunnen invoeren. Klijnsma wijst uit alle scenario's alvast twee varianten aan die volgens haar het beste zijn. De eerste optie is een persoonlijke pensioenpotje, waarbij de risico's met z'n allen worden gedeeld zoals nu (en de keuzevrijheid voor individuen dus beperkt is). De tweede optie is een minder individueel 'ambitiecontract'. Voordeel daarvan is dat er sneller geïndexeerd kan worden dan nu, maar er is geen zekerheid over de hoogte van het pensioen.

Deze varianten worden verder onderzocht, maar een nieuw kabinet kan altijd nog een heel ander plan uit de kast trekken. Zo laat Klijnsma wel meer opties open. Want is het bijvoorbeeld een goed idee als pensioenspaarders zelf mogen beslissen over waarin wordt belegd met hun geld? Of dat werknemers een deel van hun pensioengeld alvast mogen opnemen om een huis te kopen? Of een tijdelijke premiestop voor jongeren? Een nieuw kabinet mag zijn vingers eraan branden.

Door Redactie AD Foto: ANP

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.