'We stoppen nóóit met speuren naar slachtoffers'

Gepubliceerd op 11 september 2016 om 14:50

Van hun botresten is soms maar een fractie poeder over. Van 1113 slachtoffers van 9/11 is nog geen spoor. Een forensisch team geeft niet op. 'We blíjven zoeken.'

Naamloos-3088.png

Het kan wat vreemd ruiken rond het kantoor van forensisch patholoog Barbara Sampson in een van 's werelds grootste instituten voor dna-onderzoek, waarschuwt een medewerker. De autopsiekamers zijn vlakbij, en het werk gaat in een stad als New York altijd door.

Elk jaar is autopsie op 5000 lichamen nodig en worden hier 50.000 bewijsstukken in bijvoorbeeld moord- of verkrachtingszaken bestudeerd. Ondertussen ligt er nog een vijftien jaar oude taak: identificatie van de slachtoffers van 9/11.

Van 40 procent van de 2753 mensen die omkwamen in het World Trade Center is nooit een spoor gevonden. Nog bijna dagelijks proberen leden van een tienkoppig team onder leiding van Chief Medical Examiner Sampson dna te onttrekken aan botresten die in het puin van Ground Zero zijn gevonden. ,,Frustrerend werk'', zegt Sampson. ,,Het gaat langzaam en moeizaam.''

Aangetast
Op alle 22.000 menselijke resten die zijn teruggevonden, zijn in de afgelopen vijftien jaar dna-testen uitgevoerd, maar 7585 resten zijn nog altijd niet van een naam voorzien. Ze zijn zozeer aangetast door vuur, vliegtuigbrandstof of bluswater, dat het dna vrijwel onherkenbaar is. Zo kan het dat nog altijd 1113 mensen zoek zijn.

Sampson heeft het tot haar persoonlijke missie gemaakt om bewijs van hun dood te vinden. Door stug te blijven testen: na tien mislukkingen geeft een elfde test van hetzelfde stukje bot soms wél een dna-profiel. En door de grenzen van de wetenschap op te rekken. Als het met bestaande technieken niet lukt, ontwikkelen de New Yorkse onderzoekers zelf een betere methode.

Door redactie AD Foto:  Chantal Heijnen

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.