Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) noemt de koopkrachtstijgingen voor volgend jaar mager. De stijgingen zijn volgens het instituut zo klein, dat veel Nederlanders deze verandering nauwelijks zullen merken.
De verschillen met dit jaar liggen allemaal tussen de -0,5 en 0,5 procent, meldt Nibud dinsdag na het maken van berekeningen op basis van de Miljoenennota.
"Dit betekent dat een aantal huishoudens er wat op achteruitgaat, maar voor de meeste Nederlanders is er een lichte stijging", aldus het instituut.
Het Nibud is wel te spreken over de vooruitgang voor huishoudens in de bijstand en huishoudens met alleen een AOW-uitkering. Deze groepen gingen er dit jaar nauwelijks op vooruit. Zij profiteren vooral van de verhoging van de zorg- en huurtoeslag. Verder stijgt de ouderenkorting voor AOW-gerechtigden met een inkomen tot 36.000 euro.
Ouderen
Een paar met AOW en een klein pensioen gaat er bijna 30 euro per maand op vooruit. Alleen gepensioneerden met een hoger aanvullend pensioen leveren dit jaar iets in. Zij profiteren niet van de ouderenkorting. Die wordt alleen voor de lagere inkomens met ruim 100 euro per jaar verhoogd.
Mensen die vervroegd met pensioen zijn gegaan, krijgen het volgend jaar iets moeilijker. Hun vroegpensioen stijgt niet en ze profiteren niet van de verhoogde ouderenkorting. Een paar dat vervroegd met pensioen is gegaan en waarvan één persoon een prepensioen van 35.000 euro heeft, heeft volgend jaar 19 euro minder te besteden.
Ouders
Gezinnen met een laag inkomen hebben baat bij een verhoging van het kindgebonden budget. Ook wordt de kinderopvangtoeslag verruimd. Daardoor hebben zij in 2017 zo'n 15 tot 40 euro meer te besteden.
De koopkrachtstijging is beperkt voor huishoudens met één werkende ouder. Voor hen stijgt de koopkracht met 1 tot 14 euro. Dit komt doordat het steeds voordeliger wordt om als ouders allebei te gaan werken. De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting wordt namelijk verder afgebouwd.
Door de Redactie NU/ANP: Foto: ANP
Reactie plaatsen
Reacties