Martina mist brons op 0,01 seconde, maar is blij

Gepubliceerd op 19 augustus 2016 om 09:42

Slechts 0,01 seconde kwam Churandy Martina tekort om een medaille te pakken op de 200 meter sprint.

De Nederlander eindigde in de finale van de 200 meter op de vijfde plek met een tijd van 20,13 en was heel, heel dichtbij olympisch eremetaal. Het mocht niet zo zijn. Maar waar de ene atleet teleurstelling verwerkt door te huilen, of in woede uit te barsten, bleef Martina als altijd vrolijk en optimistisch.

MARTINA NIET TELEURGESTELD

De 32-jarige sprinter uit Curaçao leek goed te kunnen leven met zijn prestatie: „Ik wilde een medaille, ik ging ervoor, helemaal los naar de finish. Teleurgesteld ben ik niet. Waarom zou ik? Ik heb toch maar weer mooi de olympische finale gehaald, voor de derde keer op rij. Al het trainen is niet voor niets geweest. Ik heb mijn best gedaan, ik wilde zo graag en dit was het.''

Tijdens de finale stond er opnieuw geen maat op titelhouder Usain Bolt. Hij won in een tijd van 19,78 seconden. Daarachter zat het allemaal dicht bij elkaar. Voor Martina was het een uitzonderlijke prestatie geweest als hij een medaille in de wacht had gesleept, want hij plaatste zich als laatste voor de finale in een tijd van 20,10. Hij toonde zich nadien al dankbaar dat veel fans hun wekker hadden gezet om hem in actie te zien.

PIJN AAN ACHILLESPEES

Martina, die tijdens de Spelen van Peking (2008) en Londen (2012) ook naast de medailles greep, bood nog net niet zijn excuses aan voor zijn ‘wanprestatie’ in de finale: „Ik hoop dat ik niemand heb teleurgesteld die zijn wekker speciaal heeft gezet voor mij. Ik kon gewoon niet beter dan 20,13. Het brons verliezen met éénhonderdste zou erg zijn geweest als ik helemaal gezond aan de start had gestaan. Maar met de pijn aan mijn achillespees zie ik het als een zegen dat ik zover ben gekomen. Ik hoop dat ik mensen hiermee kan inspireren. Geef nooit op, ga door, zou ik tegen iedereen willen zeggen.''

Of Martina er over vier jaar in Tokio weer bij is, weet de Nederlander nog niet: „Dat is afhankelijk van de financiële ondersteuning die ik kan krijgen. In de atletiek kun je niet rijk worden en dat hoeft ook niet. Ik lach veel en dat is ook wat waard. Maar ik moet wel kunnen leven.” Hij vervolgt: „Ik heb een tattoo met vijf olympische ringen op mijn arm. Daar staan de jaren 2004, 2008 en 2012 al in. Nu komt 2016 erbij. Ik wil graag in de vijfde ring 2020 hebben, maar het moet me wel mogelijk gemaakt worden.''

Door Redactie Metro Sport: Foto: EPA

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.