'Moddermeisjes' maakten Zeeland schoon na watersnoodramp

Gepubliceerd op 22 december 2015 om 12:53

Ze werden liefkozend 'moddermeisjes' genoemd: jonge vrouwen, die na de Watersnoodramp in 1953 op vrijwillige basis hielpen bij de schoonmaak van ondergelopen woningen op Goeree-Overflakkee, Schouwen-Duiveland en Zeeland. Den Bommel, het dorp op Flakkee dat destijds zwaar werd getroffen, wil ze volgend jaar eren bij de herdenking op 1 februari.

Atty van der Hee (82) uit Bergambacht was een van die hulpvaardige boerendochters, die in 1953 afreisden om de mouwen op stropen in het door de Watersnoodramp getroffen gebied. ,,Ik herinner me een landelijke oproep om de dorpen op de Zuid-Hollandse Eilanden schoon te maken. Een vriendin haalde me over mee te gaan. Met zes jonge meiden uit Bergambacht vertrokken we naar Den Bommel. Daar ving een coördinator ons op en werden we met een groep uit Woubrugge opgevangen en ondergebracht in een logement.''

Dat speelde zich af in maart 1953, bijna twee maanden na de zondvloed. ,,De woningen waren al voor een groot deel droog gemaakt, maar uiteraard trof je overal vuil, modder en dooie visjes aan. Je moest vooral dweilen en schrobben. Dat gebeurde in een flink tempo. Meestal werkte je samen met een ander. Ik trok toen vaak op met mijn vriendin Adrie de Langen.''

Flodderaar
,,Je had twee dagen om een woning weer toonbaar te krijgen,'' weet Van der Hee nog. ,,Dan moest je weer verder het rijtje af. Ik vond dat schoonmaken geen vervelende klus. Ik was nogal een 'flodderaar' en gaf echt niet om een paar zwarte vegen op m'n snoet. Als boerendochter wist je wel van aanpakken.''

De moddermeisjes verbleven twee weken intern en keerden daarna terug naar Bergambacht. ,,Ik kan me niet herinneren dat we werden beloond door de bevolking of de overheid. Dat was ook niet nodig. Die mensen hadden genoeg ellende meegemaakt. Ik vond later nog een lepeltje met het opschrift Den Bommel. Kan best zijn dat dat een cadeautje was. Dat weet ik niet meer.''

Belevenissen
Ook in Bergambacht werden haar bij terugkeer niet 'de oren van de kop gezeurd' door nieuwsgierige dorpsbewoners. ,,Ik kan me niet herinneren dat iemand informeerde naar onze belevenissen of naar Den Bommel. Ook mijn ouders vroegen niks. Ik ging meteen aan de slag op de boerderij. Zo ging dat in die tijd.''

Rien Bakelaar uit Den Bommel zou Van der Hee er graag bij hebben als ze 1 februari de Watersnoodramp weer herdenken, net als de andere moddermeisjes die destijds zijn getroffen dorp spic en span opleverden. ,,Ik wil bij de herdenking van de slachtoffers, op 1 februari volgend jaar, hun inspanningen memoreren tijdens de dienst.''

Atty van der Hee, die inmiddels al 55 jaar in Brielle woont, is niet van plan te komen. ,,Ik ben slecht ter been en heb geen vervoer. Voor mij hoeft dat allemaal niet. Zo'n bijzondere prestatie was het ook weer niet.''

Pieter van der Laan/ ad.nl/ Atty van der Hee © John de Pater.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.