Bijna tienduizend leerplichtige kinderen thuis

Gepubliceerd op 3 februari 2016 om 14:00

De maatregelen om te voorkomen dat leerplichtige kinderen thuis komen te zitten, werpen weinig vruchten af.

In Nederland zitten 9972 leerlingen korte of lange tijd thuis die wél naar school zouden moeten gaan. Daarnaast zijn er steeds meer kinderen, 5077, die van hun gemeente niet meer naar school hoeven omdat ze een te ernstige verstandelijke of lichamelijke beperking hebben.

Dat blijkt uit de cijfers van het schooljaar 2014-2015 die het ministerie van Onderwijs vandaag naar de Tweede Kamer stuurt. Het grote aantal thuiszitters is ook afgelopen schooljaar nauwelijks gedaald (in 2013-2014 zaten 10.680 kinderen thuis). Terwijl dat hoge aantal kinderen dat wel leerplichtig is, maar toch niet naar school gaat juist één van de redenen was om passend onderwijs in te voeren. Voor alle leerlingen, ook diegene die extra zorg of aandacht nodig hebben in de klas, moest een passende plek op school worden gevonden.

Ontheffing
Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs is met name geschrokken van de stijging van het aantal leerlingen dat een ontheffing van de leerplicht heeft gekregen. ,,Juist dat aantal had door passend onderwijs moeten dalen." Ouders hebben een doktersverklaring nodig om zo'n vrijstelling aan te vragen. De helft van de ontheffingen zijn gegeven aan kinderen die wel ooit op een school zaten. ,,Blijkbaar konden ze op een zeker moment wel naar school." Dekker laat onderzoeken wat de reden is voor de toename.

Wel zijn inmiddels de mogelijkheden verruimd om onderwijs op maat te bieden. Kinderen kunnen bijvoorbeeld makkelijker een deel van de week naar school in plaats van de hele week. Het effect daarvan moet blijken uit de cijfers van het huidige schooljaar.

De staatssecretaris wil niet concluderen dat passend onderwijs is mislukt. ,,Dit is pas het eerste jaar na invoering van de wet. Ik vind wel dat het niet snel genoeg gaat." Dat sommige gemeenten het beter doen dan anderen, is voor Dekker het bewijs dat passend onderwijs wel kan werken. ,,Als je er echt werk van maakt, dan kan het."

De cijfers zijn ook per gemeente gespecificeerd. Daaruit blijkt dat de ene gemeente veel minder thuiszitters heeft dan de andere. ,,In Rotterdam doet wethouder Hugo de Jonge het bijvoorbeeld hartstikke goed, terwijl daar misschien wel de ingewikkeldste kinderen in zijn stad heeft. Het aantal verzuimers dat niet staat ingeschreven op een school is daar beduidend lager dan in Amsterdam."

'Thuiszitterstop'
Dekker hoopt - net als vorig jaar - dat gemeenten door de cijfers gestimuleerd worden meer werk te maken van het terugdringen van het aantal thuiszitters. Hij organiseert daarvoor dit voorjaar een 'thuiszitterstop'. ,,In Rotterdam bellen de leerplichtambtenaren aan, vragen waar het kind is en wat er aan de hand is. Die handen-uit-de-mouwenmentaliteit moeten meer gemeenten toepassen."

Volgens de staatssecretaris kan hij niet alles vanuit Den Haag oplossen. ,,Tegelijkertijd moet ik ook de hand in eigen boezem steken. Ik moet zorgen dat er een stok achter de deur is." Zo wil Dekker dat in iedere regio duidelijk is wie de knoop doorhakt. ,,Veel leerlingen zitten op het snijvlak van onderwijs en zorg. Op de vraag wie er dan verantwoordelijk is, kijkt iedereen naar elkaar."

Vrijstelling
Het ministerie maakt onderscheid tussen kinderen die wel staan ingeschreven, maar toch niet naar school gaan (4016) en kinderen die helemaal niet staan ingeschreven bij een school. Dat die laatste groep is gedaald van 6714 naar 5956, komt mogelijk door de stijging van het aantal leerlingen dat een vrijstelling heeft gekregen.

Ook het aantal leerlingen dat vanwege religieuze bezwaren niet meer naar school hoeft, is gestegen van 575 in 2013-2014 naar 619 scholieren afgelopen schooljaar. Dekker kondigde al eerder aan die mogelijkheid aan banden te leggen

Door: Hanneke Keultjes / Bron: AD.nl/ © ANP

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.