Nazif is medisch wonder, kijkt dood 3 keer in ogen

Gepubliceerd op 8 februari 2016 om 10:36

Hoe vaak lees je niet dat je meer uit het leven moet halen. Dat je moet genieten van elke dag en dat je moet doen wat je echt gelukkig maakt. De woorden krijgen pas betekenis als het noodlot je treft. De Rotterdams, Turkse Nazif Dogan (38) keek de dood drie keer in de ogen, maar leeft als nooit tevoren. Een gewone vrouw met een buitengewoon verhaal.

7f741d36ab226048012643a3fd87d284-1454855841-1.jpgIn haar kapsalon aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam is ze in haar element. Ze praat met wat dames in de stoel, wast, knipt en verzorgt koffie en thee. Ze ziet er goed uit: nagels gelakt, haren in een paardenstaart, zwarte lakschoenen en ze ruikt naar bloemparfum. Een chronisch kankerpatiënt? Nee, in de verste verte denk je niet aan een vrouw die in haar leven meer tumoren in haar lijf had dan schoenen in haar kast. Ze lacht.

Dat is Nazif: altijd lachen, zo vertellen collega’s. Haar verhaal is niet om te lachen. Alhoewel, haar verhaal is hoopvol en juist daarom mooi. ,,Je moet altijd blijven lachen. Ik heb mezelf nooit zielig gevonden. Nooit. En ik ben mezelf altijd blijven verzorgen. Ik was kaal, kon niet meer lopen, maar maakte mezelf op en trok een mooie pyjama aan.’

Nazif, je naam rijmt op positief.
Dat ben ik ook. Heel erg. Mijn instelling en mijn geloof in God hebben ervoor gezorgd dat ik hier nog ben. Ik heb in vijf jaar alle soorten kanker gehad, maar het was mijn tijd nog niet. Zo heb ik dat altijd gevoeld.

Deel je verhaal met ons.
Ik heb drie kinderen. Een zoon van 12, een dochter van 9 en een dochter van 5. Ik was net zes maanden ervoor bevallen van mijn jongste meisje toen ik aan de rand van het zwembad in 2011 een knobbel in mijn borst ontdekte. Melkklieren dacht ik, maar ik besloot naar het ziekenhuis te gaan. Borstkanker kreeg ik te horen. Drie dagen voor de operatie bleek het uitgezaaid naar mijn botten. Ze gaven me op. De arts zei: je hebt nog maar twee jaar te leven.

Hoe reageer je als iemand zegt: je hebt nog maar twee jaar te leven?
Ik vertel het nu wat stoïcijns, maar het was heel heftig. Ik geloofde het niet en voelde aan alles: ik wil leven. Onder mijn oksels had ik knobbels. In mijn borst, ik had overal kanker: van mijn nek tot aan mijn knieën. Ik heb chemobehandelingen gehad. Iedereen moest me helpen met het huishouden, met koken, met eten.

En het houdt niet op hè.
In 2012 ben ik weer gaan werken en in 2013 was ik mijn ziekte helemaal vergeten. Het ging goed. Ik reed in datzelfde jaar de Maastunnel in toen de linkerkant van mijn lichaam wegviel. Ik werd duizelig en voelde me niet goed. Ik weet nog dat ik toen dacht: dit zal me toch niet gebeuren, ik overwin kanker maar kom om bij een auto-ongeluk.

Met spoed werd ik daarom in 2014 weer opgenomen; ik bleek een tumor met de grootte van een mandarijn in mijn hoofd te hebben. Ik wist niet wat me overkwam. Opnieuw zeiden de artsen: als we je niet opereren dan heb je nog maar drie weken. Ik nam de risico’s van de operatie, blindheid, doofheid, uitval van ledematen, voor lief.

Je hebt nooit getwijfeld?
Nee. De arts zei tegen mij: besef jij wel wat jij gaat meemaken? Hij zei: je hebt een hele grote kans dat je niet meer wakker wordt, waarop ik antwoordde: hoe groot is de kans dat ik wel wakker word?

En?
Dertig procent. De hele familie, uit Turkije, Denemarken en Duitsland, was al naar Nederland gekomen om afscheid te nemen. De operatie duurde tien uur, toen ik wakker werd stak ik mijn duim omhoog, vertelde mijn tante later.

Als je denkt dat het niet nog erger kan, dan wordt het dat toch. Er blijkt een kleine zandkorrel te zijn achtergebleven.
Ik ging weer aan de slag, werken in de kapsalon. Het waren mijn collega’s die mij wezen op lichamelijke veranderingen. ‘Je oog doet raar, Nazif. En je mond trekt,’ zeiden ze tegen me. Toen ben ik teruggegaan naar de neuroloog die me uiteindelijk weer heeft behandeld. Een speciale vorm van radiotherapie heeft ervoor gezorgd dat ik nu schoon ben.

Je bent zo krachtig. Zo ijzersterk. Zo niet van je stuk te brengen. Heb je je nooit afgevraagd waarom jij?
Waarom ik niet? Kinderen van 5 krijgen kanker. Iedereen is kwetsbaar. Wie ben ik om die dans te ontspringen? Ik ben in de veronderstelling dat je niet voor niets op de wereld bent en dat je beproevingen moet doorstaan. Tot mijn 32e jaar had ik nooit iets meegemaakt. Ik was gezond, moeder van drie kinderen, had lieve familie en een geweldige man. Ik leefde mijn droom.  Alles ging me voor de wind, maar iedereen krijgt zijn of haar portie.

Hoe moet je dit tegengaan?
Wat ik zeg: positief blijven. Niet klagen. Als ik mensen om mij heen hoor klagen dan verwijs ik ze altijd naar de neurologie-afdeling van een ziekenhuis. Ik probeer een voorbeeld te zijn voor anderen door me positief op te stellen. Vrouwen die een paar jaar geleden over de afdeling liepen in pyjama zie ik nu rondlopen in een rokje. Dat is de remedie.

En nu? Wat nu? Je bent een tikkende tijdbom?
Ik ben een chronische kankerpatiënt, draag een bom bij me, maar ben wel gelukkig. Ik heb drie kinderen, een geweldige man, een lieve moeder, een eigen zaak. Eens per week moet ik naar het ziekenhuis om een hele rits medicijnen in te nemen. Als het zo moet, dan maar zo. Ik leef!

Jouw les?
Ze zijn cliché, maar niet minder waar: doe leuke dingen. Geniet van iedereen, maak je niet druk om dingen en stress niet. Die acceptgiro’s worden echt wel betaald. Voor mij bestaat er geen morgen, ik leef vandaag.

Bron: Metronieuws.nl/ Foto: /Vincent van Dordrecht ( http://www.metronieuws.nl )

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.