Financiering gemeenten moet anders

Gepubliceerd op 6 mei 2016 om 11:39

De Nederlandse gemeenten moeten veel meer ruimte krijgen om zélf belastingen te heffen. Dat geld van hun burgers kunnen ze dan uitgeven aan het eigen lokaal beleid, zonder bemoeienis van de rijksoverheid.

media_xl_3783411-1.jpgDe onafhankelijke Raad voor de Financiële Verhoudingen, die regering en parlement gevraagd en ongevraagd van advies voorziet, stelt vandaag in een rapport dat de huidige financiering van gemeenten achterhaald is.

Hoewel de meeste burgers zich vooral ergeren aan de hoogte van de lokale onroerende zaakbelasting (ozb) en parkeerbelasting, vormen die gemeentelijke aanslagen nog geen 3,5 procent van het totale bedrag dat zij aan belastingen moeten betalen. Verreweg het grootste bedrag wordt geïnd door de rijksoverheid via bijvoorbeeld loonbelasting en de btw op goederen.

Daaruit wordt weer 26 miljard euro gestort in het gemeentefonds. Aan de hand van een ingewikkelde rekensleutel met zestig kenmerken wordt dat bedrag dan weer verdeeld over de gemeenten, waarbij inwonertal een rol speelt, het al dan niet voorkomen van een historische kern, maar ook de bodemgesteldheid, de lengte van vaarwegen binnen de gemeentegrens en de ligging. Kortom: alles wat geld kan kosten, telt mee bij de bepaling van de uitkering aan de gemeente.

Kan zo niet langer
Volgens de raad kan dat zo niet langer. De gemeenten hebben steeds meer taken van het Rijk moeten overnemen, vooral op het gebied van zorg en sociale ondersteuning, en hebben in die taken ook beleidsvrijheid. Zo mag een gemeente zelf bepalen of een inwoner steun krijgt van hulpverleners van vlees en bloed, of dat apparatuur uitkomst biedt. Maar die beleidsvrijheid blijft beperkt omdat gemeenten niet zelf over het geld kunnen beschikken, maar vaste vergoedingen krijgen.

Een ander nadeel van de verdeling van gelden via het gemeentefonds is dat het systeem uitgaat van het feit dat alle gemeenten gelijk zijn, en dus op dezelfde manier gefinancierd moeten worden. In werkelijkheid verschillen die gemeenten juist: de een bevindt zich in de groeiende Randstad, de andere in een leeglopend krimpgebied. Dat vraagt om verschillend beleid, dus ook om een andere inzet van geld.

Als derde punt noemt de raad de regionale samenwerkingen tussen gemeenten. Steden trekken steeds meer samen op, terwijl de verschillende gemeenteraden niet meer kunnen controleren wat er met hun lokale budgetten op regionaal niveau gebeurt. Daardoor ontbreekt democratische controle op de uitgaven van publiek geld.

Nieuw systeem
Daarom moet er volgens het adviescollege van de regering een nieuw systeem komen dat de lokale democratie versterkt. Op dit moment heeft elke inwoner van een gemeente boven de achttien jaar wél stemrecht, maar betaalt níet elke burger gemeentelijke belastingen. Dat kan veranderen, vindt de raad.

Gemeenten moeten in de toekomst een vast en fors bedrag aan 'ingezetenenbelasting' gaan heffen bij iedere volwassen inwoner. Om die niet méér belasting te laten betalen, zou de loonheffing door de rijksoverheid juist moeten worden verlaagd. Met het vrij besteedbare gemeentelijke belastinggeld kan Zwolle of Groningen vervolgens zelf bepalen of er een nieuw zwembad komt, of dat het straatmeubilair in het centrum wordt aangepakt.

De politieke partijen in de gemeenteraad kunnen in hun programma's opnemen welke keuzes zij voorstaan, zodat de lokale belastingbetalers daar bij de verkiezingen rekening mee kunnen houden. Op die manier weten burgers ook beter waar hun belastinggeld naartoe gaat, en dat laat de betrokkenheid bij de lokale politiek weer toenemen.

De raad vraagt met haar rapport deze maanden reacties aan lokale bestuurders, in het najaar volgt het definitieve advies aan het kabinet.

Door: Redactie Trouw: Hans Marijnissen Foto: ANP

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.