De politie, het Openbaar Ministerie en burgemeester Ahmed Aboutaleb van Rotterdam hebben fouten gemaakt bij de aanhouding van 326 supporters van Feyenoord in februari.
Die conclusie trekken Nationale ombudsman Reinier van Zuthpen en de ombudsman van de gemeente Rotterdam woensdag na het onderzoeken van de gebeurtenissen.
De ombudsmannen zeggen “zeer kritisch” te zijn op het handelen van de betrokken partijen. Zo had Aboutaleb voorafgaand aan de demonstratie beter moeten communiceren dat betogers niet bij het Maasgebouw mochten komen. Door dat niet te doen konden supporters “geen goede afweging kunnen maken om wel of niet met de mars mee te lopen”, schrijven ze.
Toen de fans tijdens de demonstratie tegen het bestuur van Feyenoord toch bij het Maasgebouw kwamen, besloot de politie een eerste groep betogers in te sluiten. Toen kort daarop ongeregeldheden uitbraken besloot de politie de hele groep van 326 fans aan te houden en af te voeren naar het politiebureau.
‘Onvoldoende juridische basis’
Bij die aanhoudingen zijn ingesloten supporters met ID-bewijs op de foto gezet en gefouilleerd, maar volgens de ombudsmannen was daarvoor “onvoldoende juridische basis”. Ook hebben ze hun twijfels over het feit dat de groep werd aangehouden voor samenscholing, aangezien er sprake was van een betoging.
Na aanhouding heeft het OM bovendien veel te lang gewacht met het horen van de supporters, aldus de ombudsmannen. Daardoor zaten zij veel te lang in onzekerheid. Bovendien was er geen rechtsbijstand beschikbaar.
Door Redactie NRC Foto Bart Maat/ ANP
Reactie plaatsen
Reacties